Maatvoering:
De afmetingen van fietsbanden worden tegenwoordig via de band- en velgnorm ETRTO beschreven. In de praktijk worden echter ook nog vaak de oude Engelse en Franse omschrijvingen gebruikt.
De ETRTO maataanduiding (bv. 37-622) geeft de breedte (37 mm) en de binnendiameter van de band (622 mm) aan.
De Inchaanduiding (bv. 28 x 1.40) geeft ongeveer de buitendiameter (28 inch) en de bandbreedte (1.40 inch) aan. De inchmaat wordt ook nog in de aanduiding 28 x 1 5⁄8 x 1 3⁄8 (ongeveer de buitendiameter x bandhoogte x bandbreedte) gebruikt.
Vooral in de MTB sport zijn de inchaanduidingen wijd verbreid. bv. 29 x 2.25.
De Franse maataanduiding (bv. 700 x 35C) geeft ongeveer de buitendiameter (700 mm) en de bandbreedte (35 mm) aan. De letter aan het eind verwijst naar de binnendiameter van de band. De C staat in dit geval voor 622 mm. De Franse maataanduiding is er niet voor alle banden. Zo worden deze bijvoorbeeld niet voor MTB afmetingen gebruikt. .
hier een voorbeeld
ERTO | Inch aanduiding | franse maat | |
Maataanduiding | 37-622 | 28 x 1.40 28 x 1 5⁄8 x 1 3⁄8 | 700 x 35C |
Buitendiameter | – | ca. 28 inch | ca. 700 mm |
Binnendiameter | 622 mm | – | – |
Bandbreedte | ca. 37 mm | ca. 1 3⁄8 inch bzw. 1.40 inch | ca. 35 mm |
Bandhoogte | – | ca. 1 5⁄8 inch | – |
Banden druk:
Het is niet mogelijk om een algemeen advies betreffende de bandenspanning voor een bepaalde fiets of een bepaalde fietsband te geven. De “juiste” bandenspanning is afhankelijk van de maat en de gewichtsbelasting van de band. Dit wordt hoofdzakelijk door het gewicht van de fietser en de bepakking bepaald. Verder is de persoonlijke voorkeur voor een geringere rolweerstand of een betere vering nartuurlijk zeer verschillend.
De max en min druk is op de zijwand van de band aangegeven. Hoe hoger de gekozen luchtdruk, hoe geringer de rolweerstand, de slijtage en de kans op een lekke band. Kiest men voor een lagere bandenspanning dan zijn het comfort en de grip van de band beter.
De in de tabel genoemde aanbevolen bandenspanning is bedoeld als grove oriëntatie voor 3 x een verschillend lichaamsgewicht van de fietser.
De druk staat meestal in bar en PSI dit zijn gewoon de 2 eenheden bar is de metrische aanduiding en PSI is (pond per square inch) .
Bandbreedte | Lichaamsgewicht | ||
ca. 60 kg | ca. 85 kg | ca. 110 kg | |
25 mm | 6.0 bar | 7.0 bar | 8.0 bar |
28 mm | 5.5 bar | 6.5 bar | 7.5 bar |
32 mm | 4.5 bar | 5.5 bar | 6.5 bar |
37 mm | 4.0 bar | 5.0 bar | 6.0 bar |
40 mm | 3.5 bar | 4.5 bar | 6.0 bar |
47 mm | 3.0 bar | 4.0 bar | 5.0 bar |
50 mm | 2.5 bar | 4.0 bar | 5.0 bar |
55 mm | 2.0 bar | 3.0 bar | 4.0 bar |
60 mm | 2.0 bar | 3.0 bar | 4.0 bar |
Hoe smaller de band is en hoe hoger de totale last is des te hoger moet de bandenspanning zijn.
Bij banden met een kleinere diameter (ligfiets, vouwfiets) is ook een hogere bandenspanning noodzakelijk.
In geen geval mag u de op de band aangegeven grenswaarde voor minimale en maximale druk onder- resp. overschrijden.
MTB:
De banden spanning is afhankelijk van verschillende factoren:
- bandtype en breedte
- 26, 27 of 29?
- terrein
- omstandigheden
Stadsfietsen:
90% a 95% van de fietsen die voor herstelling aangeboden worden hebben een te lage bandenspaninng .
De bandendruk staat meestal vermeld op de band en is afhankelijk van band- en velgtype en dikte hoe smaller de band hoe hoger de druk.
De juiste bandendruk verminderd:
- de rolweerstand,
- de kans op lekrijden
- de slijtage.
Voor een gewone tourfiets met bandenmaat 700×35 ligt de druk meestal tussen 3.5 en 5 bar.
ps het is normaal dat er een druk een verlies is van 1 tot 2 bar per maand!